Toren overleeft
brand en explosieven door René Klaassen
Na zo'n 175 treden te hebben beklommen biedt de Sint-Janstoren in Sambeek een spectaculair uitzicht op de omgeving.
Zo’n 47
meter hoog is ie, de Sint-Janstoren in Sambeek. En - heel bijzonder - iedereen
kan hem beklimmen en vanaf een omgang aan de buitenzijde vanaf zo'n veertig
meter hoogte het Brabantse en Limburgse land te bekijken.
Gedenksteen
In 1486 werd
met de bouw van deze majestueuze toren begonnen. Dat jaartal stond op een
gedenksteen vlak bij de ingang van de toren. Deze gedenksteen is verloren
gegaan, maar gelukkig zijn er verschillende personen geweest die de in deze
steen gebeitelde tekst hebben genoteerd. Deze luidde:
Tekening van de oorspronkelijke maar verloren gegane gedenksteen, waarop het begin en de voltooiing van de bouw van de Sambeekse toren staan aangegeven.
heer johan sijn soon henderick hack doe hij onnosel was doe leijt hij den irsten steen van desen toorn Ao. 1486 wert dat werk van den toorn bestaen Ao. 1532 waart ’t voldaan
St. Jansbeek
Over de
bouw van de toren is, zo blijkt hieruit, 46 jaar gedaan. Lang voor hedendaagse
begrippen, maar toentertijd heel gewoon.
De kleine
Henderick Hack was de zoon van Johan Hack, die bij het begin van de bouw van de
toren een vooraanstaande Sambekenaar was. Hij had verscheidene bezittingen in
en buiten het dorp en zal waarschijnlijk wel een belangrijke geldschieter voor
de toren zijn geweest. De gegevens over de familie Hack zijn echter zeer
onvolledig.
Afstaan
Na de
beëindiging van de Tachtigjarige Oorlog in 1648 moesten de Sambeekse
katholieken hun kerk en toren afstaan aan de gereformeerden. De gereformeerde
godsdienst was vanaf toen de enige religie die in het openbaar mocht worden
uitgeoefend. Vol met gelovigen zal de kerk nooit zijn geweest, want behalve de
predikant en de koster met hun gezinnen woonde er slechts een handjevol
gereformeerden in het dorp.
De
Sambeekse katholieken kerkten aanvankelijk in Boxmeer, later mochten ze in hun
eigen dorp een schuurkerk bouwen, waarin ze hun godsdienstplichten konden
vervullen. Deze schuurkerk - de naam zegt het al - zag eruit als een
boerenschuur en was als zodanig niet als een gebedshuis te herkennen. Het
gebouw stond op de plaats van de vroegere pastorie in Sambeek. Kunstenaar Jan
de Beijer maakte er in 1743 een tekening van.
Jan de Beijer maakte in 1743 deze tekening van Sambeek. De toren was vier jaar eerder hersteld, terwijl van de kerk alleen de muren er nog staan. Links (tegenover de boomstammen) de oogluikend toegelaten kerkschuur, waarin de Sambeekse katholieken hun godsdienstplichten konden vervullen.
Brand
In de nacht
van 11 op 12 maart 1702 sloeg tijdens een zwaar onweer de bliksem in de toren
en de kerk. De toren brandde uit, de spits met het kruis viel naar beneden. Ook enkele huizen in de nabijheid gingen in vlammen
op. De kleine gereformeerde gemeenschap had geen geld om de kerk te herbouwen,
terwijl de toren pas in de jaren 1737/1738 kon worden gerestaureerd. De gereformeerden
gebruikten sindsdien het onderste gedeelte van de toren om er hun
godsdienstoefeningen te houden.
Teruggave
In 1800
kregen de katholieken hun kerk weer terug. De toren werd eigendom van het
dorpsbestuur en later van de gemeente Sambeek. De kerk, waarvan sinds de brand
in 1702 alleen de muren nog overeind stonden, werd hersteld.
In 1840
droeg het gemeentebestuur van Sambeek de toren over aan het kerkbestuur. Zo
waren na bijna 200 jaar kerk en toren weer eigendom van de katholieken. Bij de
overdracht was afgesproken dat het gemeentebestuur de kosten van het onderhoud
van uurwerk en klokken zou betalen. Dit is tot op de dag van vandaag zo
gebleven.
Na de teruggave van de kerk in 1800 herstelden de katholieken op eigen kosten hun gebedshuis, dat er bijna een eeuw troosteloos had bijgestaan. Veertig jaar later kregen ze ook de toren weer in eigendom terug. De foto dateert van 1896.
Opblazen
Terugtrekkende
Duitse troepen probeerden op 29 september en 4 oktober 1944 de Sambeekse toren
op te blazen. De toren werd namelijk door geallieerde soldaten als uitkijkpost
gebruikt. Door de zwaarte van de muren (op de hoeken zijn ze ruim vier meter en
elders bijna twee meter dik) lukte dat niet. Wel werd de toren zwaar
beschadigd: brede scheuren liepen van boven naar beneden. Een eerste
restauratie vond plaats in de jaren direct na de Tweede Wereldoorlog, terwijl
een definitieve volgde in 1959/61. Ruim een halve eeuw later vond er wederom
een grondige opknapbeurt plaats.
Sindsdien
is de aloude St. Janstoren weer een sieraad voor het dorp.